Groots

Als ik door het bos loop kijk ik altijd even omhoog.ย 

Naar de hoge bomen, die boven alles uitstijgen.ย 

Bomen die er al stonden voordat ik geboren werd.ย 


Hun grootsheid maakt dat ik me klein voel.ย 

Klein als in nederig, humble...


Ik voel de kracht die ze in zich dragen...ย 

De groei die ze doorgemaakt hebben.ย 

De ontwikkeling van zaadje tot sterke boom.

De stormen die ze doorstaan hebben.ย 

De vele seizoenen die ze ervaren hebben.ย 


En ze staan hier maar gewoon...

En tegelijkertijd helemaal niet gewoon,

want doordat ze er staan geven ze zo veel...


Woonruimte, voedsel en bescherming

aan de vogels en andere dieren.ย 

Schaduw aan de planten die onder ze groeien.

Zuurstof aan alles wat leeft.ย 


De bomen zorgen dat wij kunnen bestaan.ย 

Door er alleen maar te zijn.ย 

Wonderlijk...


Onder die grote bomen voel ik me klein,

maar tegelijkertijd kan ik voelen dat ook wij

eigenlijk niet meer hoeven te doen

dan er te zijn.

Dat we daarmee zoveel te geven hebben...


En dat is groots...


๐ŸŒณ๐ŸŒฒ๐Ÿ™๐Ÿป๐Ÿ’—